Aanklacht tegen het klagen
Er woedt een Kantoorlog met als inzet efficiency, concurrentie, klantgerichtheid en schaalvergroting. De slachtoffers zijn Kantoorbewoners, die ontevreden zijn, te weinig zingeving ervaren en van wie talenten worden verspild. Zij worden ongelukkig en ziek.
Deze mensen kwam ik tegen: de zorgmanager van een verzekeraar die er ziek van werd dat haar werk uitsluitend als kostenpost werd gezien. Maar ze wilde alleen maar mensen beter maken. De beleidsmedewerker van een gemeente die een half jaar bevlogen aan een beleidsnota werkt die in de prullenbak verdwijnt. En hij wilde alleen maar aan duurzaamheid werken. De reïntegratiebegeleider die uitgescholden wordt door zijn klanten. Hij wilde alleen maar helpen.
Ik ga in Deel I in op het aanhoudende geklaag en vingerwijzen van Kantoorbewoners, het goedbedoelde gepruts van Managers en het allemaal wel zien, maar erover zwijgen van al die Adviseurs. Dit deel lijkt zelf veel op een klacht, en dat is het ook wel.
In volgende delen zal ik vertellen dat de werkelijkheid vaak een kwestie van kijken is. Ik heb in dit deel een zwarte bril opgezet. Niet uit frustratie; ik ben een optimistisch mens. Maar omdat het gezegd moet worden. Omdat het volgens mij ernstig is wat er aan de hand is in Kantoren. En onnodig.